Advanced Nursing Practice (master)

Voor wie?

De masteropleiding ANP is bedoeld voor hbo-v verpleegkundigen die hun competenties tot masterniveau willen verbreden en verdiepen binnen een bepaald specialisme.

Toelatingseisen

Een ieder die wil deelnemen aan de masteropleiding ANP, en voldoet aan de toelatingseisen, kan zich voor de opleiding aanmelden. De toelatingseisen zijn als volgt geformuleerd:

• een afgeronde hbo-opleiding Verpleegkunde,

• ingeschreven staan in het BIG-register als verpleegkundige,

• minimaal twee jaar relevante praktijkervaring,

• de beschikking hebben over een opleidingsplaats en een leermeester,

• minimaal 32 uur per week werken als verpleegkundig specialist in opleiding,

• beheersing van de Nederlandse en Engelse taal.

Indien u geen hbo-diploma hebt, is het in sommige gevallen mogelijk om via een assessment uw kennis en vaardigheden op hbo-niveau aan te tonen. Dit geldt voor verpleegkundigen met een oude Verpleegkundige-A opleiding.

Mbo-opgeleide verpleegkundigen komen niet in aanmerking voor de masteropleiding ANP. 

Inhoud

Het basisprofiel van de hbo-master ANP is een afgeleide van de landelijke eindkwalificaties ANP. Het curriculum van de masteropleiding ANP is ingedeeld in drie leerlijnen, die geïntegreerd worden aangeboden. Het studiejaar is opgebouwd uit vier studieperioden van elk tien weken. Iedere studieperiode wordt afgesloten met een toetsdag. Dit gebeurt in verschillende vormen, zoals een casusbeschrijving, afname van een medische anamnese bij een simulatiepatiënt, uitvoeren van een lichamelijk onderzoek bij een simulatiepatiënt, kennistoets en reflectieverslagen. Zie ook de tabel voor een overzicht van het tweejarig curriculum.

1. Leerlijn klinische vorming
De leerlijn klinische vorming stelt de student in staat de noodzakelijke achtergronden, kennis, inzicht en vaardigheden te verwerven, die nodig zijn voor een adequate medische en verpleegkundige beroepsuitoefening. Ethiekonderwijs vervult hierin bijvoorbeeld een belangrijke rol. Vanuit deze leerlijn worden praktijkopdrachten verstrekt, zoals het afnemen van een anamnese of het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek, maar ook het toepassen van technieken als 'motivational interviewing' of meetinstrumenten op bijvoorbeeld het gebied van preventie en zelfmanagement. Omdat verpleegkundig specialisten zelfstandig medicatie mogen voorschrijven maakt onderwijs in de farmacotherapie expliciet onderdeel uit van het curriculum.

2. Leerlijn wetenschappelijke vorming en innovatie
De leerlijn wetenschappelijke vorming richt zich in het eerste leerjaar op de basiskennis van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodologie en de vaardigheden die voor het praktiseren van 'evidence based practice' nodig zijn. Het kritisch kunnen lezen en beoordelen van onderzoeksartikelen is daar een prominent onderdeel van.
Met het uitvoeren en verslagleggen (vorm: wetenschappelijk artikel) van een praktijkgericht onderzoek, voorafgegaan door een probleemanalyse, literatuurstudie en onderzoeksopzet, wordt deze leerlijn in het tweede leerjaar afgerond. De VS i.o. levert hiermee een belangrijke bijdrage aan betere zorgkwaliteit en zorgvernieuwing.

3. Leerlijn rolontwikkeling & werkplekleren
In de leerlijn rolontwikkeling & werkplekleren staat de ontwikkeling en integratie van de vijf kernrollen (klinisch expert, coördinator/zorginnovator, onderzoeker, consulent, beroepsbeoefenaar) van de verpleegkundig specialist met bijbehorende kerncompetenties centraal. Tijdens het werkplekleren traint de student onder andere de op school geleerde klinische vaardigheden en laat deze toetsen middels Korte Praktijk Beoordelingen. De student legt een portfolio aan met bewijsstukken van de rolontwikkeling in het gekozen zorgspecialisme en het praktijkleren.

Startdatum

De opleiding begint jaarlijks in september.

Lesdag

De lesdag voor het studiejaar 2015 - 2016 is door de hogeschool vastgesteld op de woensdag.